Gemeente

(eerder gepublceerd op de website van Iding)                                                                                            www.oudhengelo.nl

De Synagoge in 1790

In Hengelo was al omstreeks 1790 een gedeelte van een huis door de joden gehuurd om gebruikt te worden als sjoel. In 1810 betaalde men daarvoor F 14 per jaar.

Die huur werd voor de helft opgebracht door joden uit Zelhem. Als chazzan was Naphtali Herz in dienst voor F 7 per jaar. Na de huiskamersjoel kwamen de joden vanaf 1822 bij elkaar in een klein schuurtje.

Kerkmeester was de 50 jarige Levij Windmuller, die twaalf jaar later subsidie kreeg van de Rijksoverheid. In 1837 werd de kleine schuursynagoge in de Hofstraat geheel vernieuwd. De oude slager Levij Windmuller trok in 1844  met zijn vrouw en dochter Esther naar Vorden en begon op 67 jarige leeftijd nog een slagerij.

In 1875 werd een regelement door het kille bestuur opgesteld, ondertekend door Joseph Windmuller. De naam van de kille luidde toen officieel “Nederlands Israëlietische Bijkerk Hengelo in Gelderland”. Zolang de kille minder dan 50 contribuerende leden had, zouden de drie bestuurders de bijkerk leiden.

Met Pesach verstrekte het bestuur paasbroden aan armen, zieke militairen en gevangenen. Zitplaatsen werden zoals overal gebruikelijk was, voor één jaar verhuurd. Armlastigen konden gratis onder in de sjoel trouwen.

Joodse gemeente in Hengelo Gld.

In Hengelo woonden ca. 1750 twee joodse gezinnen.  

In 1750 werden de eerste twee Joodse huwelijken in de Hervormde Kerk gesloten omdat ze sinds de Unie van Utrecht in 1579 verplicht waren hun huwelijk te laten registeren. 
Wie dit waren is niet bekend. Een losse en vage notitie in het Gemeentelijk Archief van Hengelo Gld. suggereert dat de Joden reeds in 1752 toestemming vroegen voor de aanschaf van een stukje grond om hun doden te begraven, mogelijk waren er kleine kinderen uit deze jonge gezinnen overleden.