Kaart 13 A5
tGoet t'Averenge, gelegen in den kerspel van Hengel, tot eenen Zutphenschen leen ontflnck
Bernt t'A v e r e n g e, anno 1378. Bernt Oeverencke van Bronchorst ontflnck dat goet Overeick met sijnen tohehoren, anno 1403. Idem, anno 1414, 1424, 1465. Idem ) vernijt eedt van den goede tot Oeverinck met sijn tobehoren, in den kerspel van Hengel gelegen, daer naest gelant is dat goet tot Haykinck an d'een ende dat goet to Broenrinck an d'ander sijde, 14 Oct. 1473. Wische van Overinck, huysfrou Lubberts v a n d e r V e c h t e n, erve hares vaders Bernts, 26 Aprilis 1476, transporteert dit solve goet op Steven v a n K e r v e n h e m, 27 Aug. 1484. Gerrit van Kervenhem erft op sijnen soon Henrick van Kervenhem, 24 Julii 1491. Idem vernijt eedt, anno 1495. Jutta van Kervenhem, huysfrou Christophers v a n M u n s t e r , erve hares vaders Henrix, beleent, 12 Martii 1551. Eadem eedt vernijt, 28 Maii 1556. Eadem eedt vernijt deur Johan ter Inden, 9 Maii 1562. Elisabet van Munster bij transport harer moder Jutte, voorbeholden een tuchte, 9 Maii 1562. Vijth van Munster crigt 3 maenden uutstel, 9 Julii 1580. Idem, Christophers ende Jutten soon, bij deylinge, 4 Oct. 1581. Ende sijn broder Henrick renuncieert hierop. Idem maeckt dit sijnen nakinderen so, dat sijne voorkinder tselve met 't goet to Selle ) met 1500 gulden altijt lossen mogen, 7 Aug. 1596. Idem, wederroeponde die voors. makinge na dode sijnes eenigen voorsoons Bernts van Munster, tucht sijn vrou Agnes M e y e r s ende maeckt dit sijnen oltsten nasoon, 9 Sept. 1608. Roeloff Hendric van Munster, erve sijnes vaders Roeloffs, die het geërft van sijnen vader Vijt, beleent, 16 Julii 1633. Idem deet selver eet, 19 Dec. 1651. Idem vercrijght bevridenghe van de lheenplicht voor eenige parceeltjes, mits dat een huys, hoff ende peerdeweyde in de Coevick ) to leen gemaeckt ende hiernae met een dubbelt heergewaet sal verheft worden, 4 Aug. 1655. Idem draecht op de peertsweide in den Coevick aen Peter G r e v e n, 8 Mey 1666. __________ ) Vermoedelijk hebben wij hier te doen met meer dan één persoon van denzelfden voornaam. Waarschijnlijk is 1414 het jaar van overgang. ) Zie 118. ) Vgl. hierover het op blz. 303, noot '), gezegde. __________ Idem draecht die peertsweide op aen Peter D i n a n t ende Anneken P r i n s, die daermede beleent sijn, 21 Julii 1674. Mechteld d e W o l f s, weduwe, Anna Elisahet, Geertruid Angenees, Anna Catharina, Andries en Hendrick van Munster, mede de rato caverende voor Jan van Munster, erfgenamen van haer respective man, vader en schoonvader Roeloff Hendrick, beleent, 29 Maert 1708. Deselven dragen dit leen op aen Hendrick v a n E s s e n en Helena Catharina v a n D i e m e n, egteluyden, die daer weder mede beleent sijn, eodem die. Johan van Essen, erfgenaam sijns vaders en moeders Hendrik en Helena Catharina, beleent, 18 Oct. 1727. Verder zijn de beleeningen gelijk aan die sub 98, behalve dat hier als laatste post nog het volgende wordt aangetroffen: Johan van Essen laat registreren een convenant d.d. 15 Sept. 1804, met desselfs vader Mr. T. H. van Essen over de nalatenschap van wijlen Mr. Jan van Essen ingegaan en gesloten, 3 Oct. 1804. (Gedigitaliseerd door Rob Weetink)
|
vermeldingen in 1629 en 1650
1461, 10 maart
Henrick van Avereynck, richter te Heyngloe op den Goy, oorkondt, dat Beernt van Avereynck,zijn vader, en Zweder Regenynck en Beernt Mockynck als zaakwaarnemers en borgen van de oorkonder, wegens een schuld van 50 gouden rijnsguldens een stuk land in Veltkens Eynck gelegen, begrensd door Bruenrynx hanck, Avereyncker Brynck en het Veltken, verpanden aan Johan ten Broyll Reyntkenszoon en diens moeder en belooft de voorwaarden te zullen
nakomen.In den jaeren ons heren duesent vierhondert een ende tsestich des dynxdages nae Oculi in der vasten ende nae den heiligen joncfrouwendach Perpetue et Felicitatis.
1480, 24 november
Johan van Seyst, richter toe Hengell opten Goy vanwege de hertog van Ghelre en van Gulick,graaf van Zutphen, oorkondt, dat Henrick ten Broyll en Engele, zijn vrouw, een stuk land,gelegen in het kerspel Hengell op Veltkens Enghe, tussen Bruenrincks dam en de Avereyncks Brynck en het Veldeken, zoals dit omschreven is in de akte van 10 maart 1461 (reg.nr. 61),waardoor deze akte is gestoken, hebben verkocht aan Derick van Raesvelde onder behoud van het recht van lossing.Gegeven in den jaer ons heren dusent vierhondert tachtentich op sunte Katherinenavent
virginis.
Hengelosche Markenboek 1691-1748: verm. vanaf 1692
Hengelosche Markenboek 1800-1830: verm. vanaf 1800
Hengelosche Markenboek 1873-1881: verm. vanaf 1873
1800-4-22 Bron Oprechte Haarlemse Courant.
1828 Bron Arnhemsche Courant
1828 Bron Arnhemsche Courant.
1856 Bron Opregte Haarlemsche Courant.
1911 Kopie E. Luesink, bron Graafschapbode.